Speelgoedverhaal voor de Stichting SpeelGoed Nederland

MENS, ERGER JE NIET

'Mam, kom nou!' Sanne stond onderaan de trap. 'We gingen toch mens-erger-je-niet-en?!'
'Ik kom zo. Door jouw geschreeuw moet ik Boudewijn uit bed halen!' Nu hoorde Sanne het ook: dat rotbroertje van haar was gaan huilen. Dat irritante broertje waardoor haar moeder nooit meer tijd had voor haar en Lucas.
Lucas zat te K'nex-en. Hij scheen het allemaal niet zo erg te vinden. Haar tweelingbroer zat een auto te maken van de gekleurde stokjes en verbindingsstukjes. De K'nex van Lucas zat in een kist. Hij had al twee koffers, maar ook allemaal kleine doosjes die hij had gehad met zijn verjaardag. Alles was in een grote kist gedaan, omdat het allemaal niet meer in de koffers paste.
Mama kwam de trap afgelopen met Boudewijn op haar arm.
'Waar gaan we zitten San? Pak de spullen maar even.'
'We gaan in de keuken zitten, natuurlijk, en alles staat al klaar.' Waarom begreep ze dat nou niet? Naar haar K'nex-ende broertje riep Sanne: 'Luc, kom je? We gaan mens-erger-je-niet-en!'
'Ik kom zo.'
'We gaan nu spelen.'
'Ook goed.' Lucas pakte zijn auto op en liet hem door de lucht rijden. Ondertussen maakte hij allemaal race-geluiden. Sanne liep naar de keuken met haar scheurende broertje achter zich aan.
'Mam, kijk eens wat ik gemaakt heb!' riep Lucas tussen alle andere geluiden die hij maakte door.
'Laat eens zien dan?' Mama pakte de auto van Lucas aan en liet hem een klein stukje over het aanrecht rijden.
'Zo rijdt hij achteruit mam!' riep Lucas boos.
'Sorry,' zei ze vlug. Ze liet hem even de andere kant op rijden. De magnetron piepte. Snel zette ze de auto op tafel, haalde de fles van Boudewijn eruit en pakte de pap.
'Je hebt niet eens gezegd dat je hem mooi vindt!'
'Hij is heel mooi, Luc.' Mama was druk bezig.
'En ik heb hem helemaal zonder voorbeeld gemaakt.'
'Dat is wel heel knap hoor, Luc.' Ze was nog steeds bezig.
'Kom nou, ik wil spelen!' jammerde Sanne.
'Momentje!' riep mama boos. Boudewijn begon te huilen. Mama stopte snel de fles pap in zijn mond en klemde hem tussen zijn handjes. Meteen was hij weer stil en begon aan de fles te zuigen.
'Nee, jij moet hier zitten,' zei Sanne zuchtend tegen mama.
'Maar dan draaien we het bord toch gewoon een stukje?' zei mama.
'Kan niet! Want ik wil hier zitten en ik wil rood. Jij moet bij de gele pionnen zitten.'
'Ik wil groen zijn,' roept Lucas.
'Weet ik toch. Je wil altijd groen, daarom moet jij hier zitten.' Lucas ging zitten.
'Wie mag er beginnen?' vroeg mama.
'We moeten allemaal een keer gooien met de dobbelsteen en wie het hoogst gooit mag beginnen,' legde Sanne uit. Mama gooide twee en Sanne en Lucas gooiden vijf.
'Nog een keer,' zei mama. Gelukkig, dacht Sanne, want op school deden ze altijd wie het oudste was en Lucas was eerder geboren.
Lucas gooide vier en bij Sanne was het even spannend, want de dobbelsteen bleef maar rollen. Uiteindelijk viel hij met de drie naar boven.
'We gaan met de klok mee,' zei mama en ze wees van zichzelf naar Lucas, dan naar Sanne en toen weer naar zichzelf. Lucas gooide met de dobbelsteen: twee. Zuchtend gaf hij de dobbelsteen aan zijn zusje. Die gooide meteen zes. Snel zette ze een pion op het spelbord en gooide nog een keer.
'Heej!' protesteerde Lucas.
'Dat mag als je zes hebt gegooid.' De tweede keer gooide ze vijf. Ze zette de pion vijf stappen naar voren en gaf de dobbelsteen aan mama.
Ze hoorden de voordeur. Papa kwam thuis. De keukendeur ging open. Boudewijn zette zijn legen fles op tafel en begon te huilen.
'Mooi is dat,' lachte papa. 'Kom je eerder thuis, beginnen je kinderen te huilen.' Hij liep naar mama toe en gaf haar een zoen, toen liep hij naar Sanne en Lucas en kuste ze.
Mama pakte een kistje Duplo en zette het voor Boudewijn neer. Die hield meteen weer op met huilen.
'Leuk, mens-erger-je-niet. Kan ik nog mee doen?' vroeg papa.
'Oke,' zei Sanne. 'Maar dan ben je wel nu aan de beurt.' Papa gaf vlug Boudewijn een kus en liep naar de gang om zijn jas op te hangen. Hij ging zitten en gooide met de dobbelsteen.
Het was heel gezellig. Toen viel de Duplo-toren van Boudewijn om, midden op het bord. Al een paar pionnen waren binnen, maar alles was nu verschoven of omgevallen.
Mama keek op de klok.
'Ojee! Ik moet nog eten koken.' Papa keek op zijn horloge.
'Ik moet nog wat doen voor mijn werk. Dat moet echt voor het eten af zijn.' Hij stond op en liep de keuken uit, terwijl mama al druk bezig was met de pannen.
'Ik moet nog huiswerk maken voor morgen,' zei Lucas verschrikt en rende naar zijn kamer.
Sanne bleef met Boudewijn aan de keukentafel zitten. Hij speelde rustig verder met zijn Duplo-blokken, alsof er niets gebeurd was. Sanne keek boos naar haar kleine broertje. Ze had bijna gewonnen!


Terug!