Opstel Aardrijkskunde voor Jasper
(Niet wat hij heeft ingeleverd, maar wat ik heb bedacht.)

DE UITBARSTING

Eindelijk zijn we op de camping in Napels aangekomen. Eindelijk, want ik kon niet wachten om drie weken lekker te kunnen zwemmen. Mijn vader en moeder hadden blijkbaar meer zin in zwemmen, anders waren ze wel in minder dagen naar Napels toe gereden.
Omdat mijn vader naar de camping gereden is, moet ik de caravan naar zijn plaats toe rijden. Gelukkig is dat makkelijk, omdat we een mover onder de caravan hebben. Met de afstandsbediening zet ik hem in een keer op zijn plek. Twee kleine jongetjes kijken hoe ik dat doe. Mijn bestuurbare auto is een stuk groter dan die waar zij mee spelen.
Nu mag ik eindelijk mijn zwembroek aantrekken. Zo snel als ik kan, neem ik een duik in de zee.
Terwijl mijn ouders aan het winkelen zijn, uitstapjes maken, boodschappen doen en kerken bezoeke, zwem ik dagen lekker in de zee en eet ik hee veel Italiaanse ijsjes tegen de enorme hitte.
Tijdens al dat zwemmen heb ik ee jongen ontmoet. Zijn naam is Rik. Zijn ouders waren ook hele dagen weg en zijn broers waren net als mijn broer en zus thuis gebleven. Daarom gingen Rik en ik iedere dag gezellig samen zwemmen en Italiaanse ijsjes eten.
Het was warm vanavond. We aten pasta en ik had juist zin in een pizza met heel veel ham en nog meer kaas.
Het was deze avond dat Rik me kwam halen.
'De Vesuvius!' riep hij.
Hij trok aan mijn arm, omdat ik mee moest komen. Samen renden we naar het strand.
'Wat is er aan de hand?' vroeg ik tijdens het rennen.
'De Vesuvius!' riep hij weer. 'Hij gaat uitbarsten.'
Nog meer mensen gingen naar het strand. Al jaren was de Vesuvius niet uitgebarsten. Zou het dan werkelijk waar zijn dat ik een van zijn uitbarstingen zou meemaken?
'Hoe weet je dat?' vroeg ik aan Rik.
'Het was op het nieuws. Maar heb je het dan niet horen rommelen vandaag?'
Nu ik erover nadacht, had ik wel wat gehoord, maar er niet echt op gelet.
Op het strand aagekomen, zagen we heel veel mensen die in de richting van de Vesuvius tuurden.
Er leken donkere wolken uit de krater van de vulkaan te komen. De mensen die daar vlakbij woonden, moesten doodsangsten uitstaan. Het zal je maar gebeuren dat over een paar uren je huis en alles wat je had, weg was.
De donkere wolken in de verte werden steeds groter en zagen er angstaanjagend uit.
'Hoor je dat?' vroeg Rik.
'Ja, wat een lawaai, he?'
'Hoe hard zal het daar wel niet klinken?'
'Enorm!'
Met de andere mensen op het strand keken we naar de as en stof die zich boven de vulkaan tot steeds donkerder wolken samenpakte. Het leek alsof we konden zien hoe grote stenen van de berg naar beneden rolden. Rik en ik waren blij dat we op veilige afstand konden kijken. Je zou maar zo'n grote steen op je huis of je hoofd krijgen!
Ik had op school van meneer Dijkhuizen geleerd dat het wel vier tot acht uur kon duren voordat de Vesuvius lava zou gaan uitbraken.
'Ik heb nog wel een fles cola in de caravan liggen. Zullen we die gaan halen?' vroeg ik.
'Ah, lekker,' zei Rik.
Bij de caravan vertelden we mijn ouders over de uitbarstende Vesuvius.
'Hoe ziet het eruit?' vroeg mijn vader.
'Je ziet grote donkere wolken,' zei Rik.
'Mogen we kijken totdat de lava komt?' vroeg ik.
'Dat mag,' zei mijn moeder.
Terwijl we naar de machtig grote vulkaan aan de overkant van de baai keken, dronken we uit de fles cola.
De fles was al leeg en de zon al onder toen de vulkaan eindelijk lava uitspuwde. Onder de donkere wolken zagen we grote golven gesmolten gesteente over de rand van de Vesuvius naar beneden denderen. In een wonderbaarlijk tempo stroomde de lava naar beneden en vernietigde alles wat het op zijn weg tegen kwam.
Nog tijden lang hing er een vreemde lucht door de gassen die bij de uitbarsting vrijkwamen. Omdat de camping volliep met mensen die hun huis kwijt waren geraakt door de uitbarsting, gingen wij weer naar huis. Weg zee, weg strand, weg Rik en weg Italiaanse ijsjes.






Terug!