week 9 - donderdag
HELD

In de vakanties dat ik mee ging met mijn ouders, zijn we maar een keer door de Gotthard-tunnel gereden. Dat komt omdat mijn moeder niet van tunnels houdt. Nog steeds kijk ik automatisch hoe lang een tunnel is voor ik erin rijdt. Dat deden we op vakantie altijd. Niet alleen omdat die informatie bijgehouden werd in het vakantielogboek van mijn moeder, maar ook omdat ze dat wilde weten welke kant ze op moest rennen voor het geval er wat gebeurde.
Ik stelde me altijd voor dat als er iets gebeurde en we terug moesten rennen, ik alle kleine kinderen van de achterbanken van de auto's die ik tegen kwam mee zou nemen en in veiligheid zou brengen. Ik ben helemaal niet heldhaftig en dat was ik me ook bewust op het moment dat ik deze reddingsactie bedacht.
Nu is er een vliegtuig vlak bij Schiphol neergestort. De hulpdiensten waren snel ter plaatse, maar snel betekent in dit geval een kwartier. Als je vast zit in een neergestort vliegtuig, lijkt dat natuurlijk wel een eeuwigheid.
In de tussentijd hebben omwonenden en toevallige passanten de passagiers geholpen. Ze zijn het vliegtuig ingegaan dat voor hetzelfde geld ieder moment had kunnen ontploffen. Zonder er over na te denken hebben ze mensen bevrijd en wie weet levens gered.
Ik weet wat ik gedaan zou hebben als ik langs zou zijn gereden en de hulpdiensten waren er geweest. Ik zou door zijn gereden. Soms is de beste manier om te helpen door niet te helpen en daarmee te zorgen dat je de mensen die wel kunnen helpen niet in de weg loopt. Maar wat zou ik gedaan hebben als ik langs zou zijn gereden vlak nadat het vliegtuig neergestort zou zijn?
Vaak voel ik me verplicht om te helpen, maar doe ik het niet. Zoals die keer dat ik langs een schoolplein fietste ongeveer een kwartier na schooltijd. Het hele plein was al verlaten op een meisje na. Ze stond te wachten op iemand om haar op te halen. Paniekerig keek ze naar de weg waarover haar vader, moeder, broer of zus moest komen. Aan beide kanten was niemand te zien. Ik wilde afstappen en haar naar een juf brengen om daarmee te wachten tot ze opgehaald werd. Maar ik deed het niet. Ik fietste door, terwijl ik vond dat ik af moest stappen. In plaats daarvan bleef ik doorfietsen.
Waarom zou ik wel stoppen als er een vliegtuig neerstort? Waarom zou ik zwaar gewonde mensen helpen, als ik niet eens naar bloed op televisie wil kijken? Ik ben goed opgevoed en heb geleerd dat je mensen moet helpen als ze hulp nodig hebben. Maar zou ik ook de daad bij het woord voegen?
Het probleem is dat ik pas weet of ik echt help, als ik toevallig langs een ongeluk met hulpbehoevenden kom waar nog geen hulpdiensten bij aanwezig zijn. Het is natuurlijk een kleine kans dat me dat gebeurt. Ik hoop dat me dat nooit gebeurt. Niet alleen omdat het beter is als er geen ongelukken gebeuren, maar ook omdat ik mezelf in de waan kan houden dat ik misschien zou helpen en een held kan zijn.



Terug!